Klassieke speelkaarten van plastic
Geluk is gemoeid met dit drankspel. Afhankelijk van de kaarten die je trekt tijdens het spelen zal je biertjes moeten atten. Wel, een garantie voor een avond vol speel- en drinkplezier.
Voor het spelen van Doelpalen heb je enkel een pak speelkaarten nodig en drank.
Bij aanvang van het spel krijgt iedere speler twee kaarten toebedeeld. Deze hebben een waarde van 3 tot de Heer. De twee kaarten in je hand zijn de doelpalen. Krijgt een speler een Aas, dan wordt er opnieuw gedeeld voor alle spelers. De rest van de kaarten vormt een stapel op tafel.
Wanneer iedereen twee kaarten heeft, wordt er telkens een kaart van de stapel getrokken en op tafel gelegd. De kaart is telkens voor alle spelers geldig.
Wanneer een van de spelers een aas draait tijdens het spel, dan geeft iedere speler zijn linkerdoelpaal door aan zijn linkerbuurman. Vervolgens wordt je rechterdoelpaal je linkerdoelpaal. De nieuw verkregen kaart (van je rechterbuurman) wordt vervolgens je nieuwe rechterdoelpaal.
Wanneer een speler een 2 draait, gebeurt hetzelfde, maar in omgekeerde volgorde. De rechterdoelpaal wordt doorgegeven aan de rechterbuurman. Ter verduidelijking volgt hieronder een voorbeeld:
Frouke, Jan, Bart en Linsay spelen doelpalen, de kaarten zijn als volgt verdeeld:
Frouke: 4 en 8
Jan: Vrouw en 10
Bart: Boer en Boer
Linsay: 3 en Koning
De eerste ronde wordt een Boer gedraaid van de ‘dichte’ stock, dit betekent:
Frouke: Naast, dus niet drinken
Jan: Doelpunt, dus 1 slok drinken
Bart: Op beide palen, dus 2 slokken uitdelen
Linsay: Doelpunt, dus 1 slok drinken
De tweede ronde wordt een Aas gedraaid, dus iedereen schuift zijn linkerkaart door. Dit betekent:
Frouke: 8 en Vrouw
Jan: 10 en Boer
Bart: Boer en Koning
Linsay: Koning en 4