Phase 10 is een ware bestseller bij de kaartspellen. Wie slaagt er in als eerste fase 10 te bereiken en het spel te winnen?
Phase 10 kan eenvoudig worden gespeeld met 2 tot 6 spelers en is geschikt voor jong en oud. Het doel van het spel is, zoals de naam al doet vermoeden, om tot fase 10 te geraken. Iedere fase omvat een bepaalde combinatie van kaarten die je moet zien te bemachtigen om een volgende fase te starten. Hoe hoger de fase, hoe moeilijker. Enkele combinaties die je moet zien te verzamelen zijn bijvoorbeeld twee sets van drie kaarten met een identiek getal. Naast cijfers zijn er ook speciale kaarten in het spel. Deze kunnen jou een zetje in de rug geven!
Phase 10 is een ware bestseller bij de kaartspellen. Het kan eenvoudig worden gespeeld met 2 tot 6 spelers en is geschikt voor jong en oud. Wie slaagt er in als eerste fase 10 te bereiken en het spel te winnen?
Spelers moeten proberen om fase 10 te bereiken van het spel. Iedere fase omvat een bepaalde combinatie van kaarten die je moet zien te bemachtigen om een volgende fase te starten. Hoe hoger de fase, hoe moeilijker. De fases zijn omschreven op een overzichtskaart en zijn:
Bij tweelingen tot vijflingen moeten spelers een set leggen die bestaan uit hetzelfde getal. De kleur van de kaart maakt niet uit.
In het geval van een reeks moeten spelers kaarten leggen die elkaar oovolgen. Ook hier maakt de kleur van de kaart niet uit.
Wanneer een fase een kleurenreeks vereist moeten spelers een reeks kaarten leggen met opvolgende getallen en dat in dezelfde kleur.
Een fase mag niet in delen worden uitgelegd, maar moet telkens in één keer compleet op tafel gelegd worden.
In het spel zitten ook speciale kaarten.
Joker (kaart met ster): de joker kan op verschillende manieren worden gebruikt ter vervanging van eender welke kaart. De kaart kan worden ingezet om een fase uit te leggen of om een kaart aan te leggen.
Pestkaart (kaart met uitroepteken): Deze kaart mag alleen worden uitgelegd als laatste kaart tijdens je beurt. De pestkaart leg je bij een medespeler en zorgt ervoor dat deze een beurt moet overslaan.
Schud het spel kaarten dat bestaat uit getallen 1 tot 12 in verschillende kleuren en speciale kaarten zoals de joker en de pestkaart. Iedere speler krijgt vervolgens 10 kaarten die hij verborgen houdt voor de tegenstanders en een overzichtskaart waarin de fases staan uitgelegd. De rest van de kaarten wordt gedekt op het midden van de tafel gelegd als stapel. Een kaart wordt gedraaid ernaast gelegd als aflegstapel.
De speler links van de deler mag beginnen. Een beurt verloopt als volgt:
Wanneer een speler aan de beurt is moet hij of zijn een kaart pakken. Dit mag zowel van de gedekte stapel als van de aflegstapel.
Nadat de kaarten zijn genomen, mag hij een fase afleggen als hij kan. Dit moet in één keer volledig.
Heeft een speler al in deze ronde een fase voltooid, dan mag hij de rest van zijn kaarten ook afleggen waar hij kan. De speler mag zo bestaande setjes of reeksen op tafel aanvullen tot hij of zij geen kaarten meer heeft.
Nadat alle kaarten zijn gelegd, moet de speler nog een kaart leggen bij de aflegstapel of een pestkaart leggen bij een tegenstander. Is dit jouw laatste kaart, dan eindigt deze ronde direct.
Einde van een fase / ronde
Een fase eindigt wanneer een speler er in slaagt om een fase te voltooien en de rest van de kaarten in zijn hand af te leggen op tafel. In de volgende ronde mogen spelers die hun fase hebben voltooit zich richten op de volgende fase. Spelers die er niet zijn in geslaagd om een fase te voltooien moeten ook in de volgende ronde eerst deze fase afwerken vooraleer ze een hogere fase kunnen beginnen. Spelers kunnen dus meerdere rondes doen over één fase.
De speler die als eerste er in slaagt om alle 10 fasen te voltooien, heeft het spel gewonnen. Kunnen meerdere spelers tegelijk hun tiende fase uitleggen, dan wordt er gekeken naar het aantal minpunten. De speler met de minste minpunten is de winnaar.
Een fase is afgelopen als een speler zijn laatste kaart op de aflegstapel kan leggen. Spelers die niet hebben gewonnen moeten hun kaarten tellen volgens het puntensysteem. Deze punten zijn minpunten en kunnen doorslaggevend zijn op het eind.