The Game Room
Webwinkel KeurmerkWebwinkel Keurmerk

Skat: Het nationale kaartspel van Duitsland

Duits kaartspel Skat regels
Skat is het nationale kaartspel van Duitsland en wordt beschouwd als een van de leukste kaartspellen voor 3 spelers.

Skat is het nationale kaartspel van Duitsland en wordt beschouwd als een van de leukste kaartspellen om met drie spelers te spelen.

Spelregels Skat

Skat wordt het best gespeeld met drie spelers. Het spelen wordt voorafgegaan door een biedfase. De winnaar van de biedfase speelt telkens tegen de andere twee spelers.

Elke kaart heeft een kaartwaarde (behalve in nulspellen) en is dat aantal punten waard voor de speler die de slag wint. De totale waarde van alle kaarten is 120 punten. Het doel van de leider is om ten minste 61 punten in slagen te behalen om die ronde van het spel te winnen. Anders wint het verdedigende team de ronde. Punten van slagen worden niet direct toegevoegd aan de totale score van de spelers, ze worden alleen gebruikt om de uitkomst van het spel te bepalen (winst of verlies voor de uitdager), hoewel winnen met bepaalde marges de score voor die ronde kan verhogen.

Na elke ronde wordt een score toegekend in overeenstemming met de spelwaarde. Als de uitdager wint, krijgt hij een positieve score, als hij verliest, wordt de score verdubbeld en afgetrokken van het totaal van de leider (d.w.z. een negatieve score).

Voorbereiding

Voor het spel Skat zijn er 32 kaarten nodig (7 tot Aas). De eerste deler kan worden bepaald door loting.

Spelverloop Skat

Iedere speler krijgt eerst drie kaarten. Vervolgens worden er twee kaarten gedekt op de tafel gelegd (de skat). Iedere speler krijgt nog eens vier kaarten, gevolgd door nog eens drie. Goed voor een hand van dus tien kaarten. Wanneer spelers de kaarten hebben ingekeken, volgt de biedfase.

Tijdens de biedfase wordt uitgemaakt welke speler het tegen de andere twee opneemt. De speler rechts van de deler vraagt aan de speler links van de deler of hij een bepaald aantal punten kan halen. Het minimum hierbij is 18. Zolang deze ja, antwoordt moet de vrager hoger kunnen bieden. Zodra één van beide spelers dat niet kan, heeft hij gepast. Vervolgens zal de deler aan de hoogste bieder hetzelfde doen tot een van beide niet kan en dus past.

De winnaar van het bieden wordt nu de uitdager. Deze kan als hij wil nu de skat nemen en twee kaarten in de plaats leggen. Indien hij dit doet, beslist hij om een skatspel te spelen. Doet hij dit niet, dan wordt het een handspel. In het geval van deze laatste, mag de skat niet worden bekeken.

Het doel van elke speler tijdens het bieden is om een ​​spelwaarde te bieden die zo hoog is als hun kaartbezit toelaat, maar nooit hoger dan nodig is om het bieden te winnen. Hoe de werkelijke spelwaarde wordt bepaald, wordt hieronder in detail uitgelegd en is noodzakelijk om te begrijpen om te weten hoe hoog men veilig kan bieden.

Het is mogelijk voor een speler om te overbieden, wat leidt tot automatisch verlies van het betreffende spel. Vaak wordt dit niet duidelijk voordat de speler de Skat oppakt, of zelfs niet voor het einde van het betreffende spel (in het geval van een handspel, wanneer de Skat niet wordt opgepakt). Spelers moeten daarom zorgvuldige controle uitoefenen tijdens het bieden, om geen onnodig verlies te lijden.

Het bieden kan ook wat informatie weggeven over welke kaarten een speler wel of niet kan hebben. Ervaren spelers kunnen hier hun voordeel mee doen.

Volgorde van de kaarten

De volgorde hangt af van het gekozen spel.

Bij troefkleurspellen zijn de boeren de vier sterkste troeven in deze volgorde: klaveren, schoppen, harten en ruiten. Daarna volgende de overige 7 kaarten van de troefkleur (A, H, V, 9, 8, 7), goed voor 11 troeven in totaal. De volgorde van de niet-troeven is als volgt: A, 10, H, V, 9, 8 en 7.

Bij Grandspellen zijn de 4 boeren de enige troeven. De volgorde van hoog naar laag is als volgt: Klaver, Schoppen, Harten en Ruiten. Ook hier is de volgorde van niet -troeven A, 10, H, V, 9, 8 en 7.

Bij nulspellen is er geen troefkleur. De volgorde is dan als volgt: A, H, V, B, 10, 9, 8, 7.

Spelwaarde

De spelwaarde (ook wel handwaarde genoemd) is wat het spel waard zal zijn nadat alle slagen zijn gespeeld. Het wordt niet alleen bepaald door de 10 kaarten die je hebt, maar ook door de Skat met twee kaarten. De Skat is altijd van de uitdager en als deze bepaalde hoge kaarten bevat, kan dit de spelwaarde veranderen. Het is daarom in het algemeen niet mogelijk om de exacte spelwaarde te bepalen zonder de Skat te kennen.

De spelwaarde wordt bepaald door het type spel en het spelniveau, zoals hieronder uitgelegd voor de troefkleur, grand- en nulspellen.

Grand- en Troefkleurspellen

In een troefkleurenspel is een van de vier kleuren de troefkleur. Elke kleur heeft een basiswaarde, als volgt: Klaveren (12), Schoppen (11), Harten (10) en Ruiten (9). Bij een Grand is het puntenaantal 24.

In een Grandspel, zijn de enkel de vier boeren troef.

Deze basiswaarde wordt vervolgens vermenigvuldigd met het vermenigvuldigingsspelniveau om de spelwaarde te bepalen, dus: spelwaarde = basiswaarde × spelniveau.

Vermenigvuldigingsfactoren

  • Matadors: Zowel bij skatspel als handspel elk 1
  • Spel (altijd van toepassing): Zowel bij skatspel als handspel elk 1
  • Hand (uitdager heeft niet gekeken naar skat): 1 bij handspel
  • Schneider (1 partij haalt 90 of meer punten): 1 bij zowel skatspel als handspel
  • Schneider geroepen: 1 bij handspel
  • Schwarz (1 partij haalt alle slagen): 1 bij zowel skatspel als handspel
  • Schwarz geroepen: 1 bij handspel
  • Open: 1 bij handspel

Vermenigvuldigingsfactoren zijn cumulatief.

Matadors

Klaveren boer en een reeks van direct daaropvolgende troeven noemen we matadors. Heb je als uitdager zo’n reeks in je hand en de skat, dan heb je dat aantal matadors voor. Hebben de tegenstanders gezamenlijk zo’n serie, dan heb je dat aantal matadors tegen.

De kaarten in de skat tellen mee bij de bepaling van het aantal matadors in de hand van de uitdager, ook al ziet hij ze niet (in een handspel). De uitdager heeft altijd minstens 1 matador voor of tegen (de klaverenboer). Hierdoor geldt dat de vermeningvuldigingsfactor altijd minstens 2 is en dus de laagste score 18.

De puntenwaarde van de kaarten

Om een troefkleur- of Grandspel te winnen moet de uitdager 61 of meer punten in zijn slagen verzamelen. De waarden van de kaarten zijn als volgt:

  • Boer: 2
  • Aas: 11
  • Tien: 10
  • Heer: 4
  • Vrouw: 3
  • Negen, Acht en Zeven: 0

Extra regels

De speler links van de deler komt uit. Kleur bekennen is altijd verplicht. Troeven is dat niet.

Naast de troefkleurspellen en de Grandspellen, zijn er ook nog de nulspellen. Deze hebben geen vermenigvuldingsfactor en hebben een vaste waarde.

  • Nul (uitdager haalt geen enkele slag): 23
  • Nul Hand: 35
  • Nul Ouvert (kaarten open): 46
  • Nul Hand Ouvert: 59

Indien de uitdager verliest, worden deze punten verdubbeld en van zijn totaal afgetrokken.

Winnaar

Indien de uitdager het spel wint (61 of meer) en de waarde van het spel is gelijk of hoger dan het bod, dan krijgt hij deze waarde bij zijn score.

Indien de uitdager verliest en de waarde van het spel is gelijk of hoger dan het bod, dan wordt deze waarde verdubbeld en van zijn score afgetrokken.

Is de waarde van het spel lager dan het bod, dan heeft de uitdager automatisch verloren. Bereken de laagste vermenigvuldigingsfactor die ervoor zou hebben gezorgd dat hij het bod had gehaald. Vermenigvuldig dit met de basiswaarde en trek tweemaal deze waarde van de score van de uitdager af.

De speler die na 36 ronden de meeste punten heeft, is gewonnen.

Terug naar overzicht