Klassieke speelkaarten van plastic
Kan jij voorspellen welke kaart je zal trekken? De uitkomst van je gok bepaalt of je zal moeten drinken of niet.
Meer dan een pak speelkaarten en bier is niet nodig voor het spelen van het drankspel Poefen.
Alle spelers vormen een kring. Een speler krijgt de stapel kaarten en wordt zo de verdediger. Deze mag de kaarten schudden vooraleer de eerste aanvaller aan de beurt is. Alle andere spelers zijn aanvallers.
De aanvallers mogen om de beurt een kaart noemen, bijvoorbeeld schoppen 3 of harten koning. Nadat een speler een kaart heeft genoemd, draait de verdediger de bovenste kaart van de stapel om en legt deze met de afbeelding naar boven op een nieuwe stapel.
Als de kaartkleur (harten, ruiten, schoppen, klaveren) klopt, moet de verdediger één slok drinken.
Als de waarde van de kaart klopt, moet de verdediger twee slokken drinken.
Als zowel de kaartkleur als de waarde goed gegokt is, moet de verdediger vijf slokken drinken.
Wanneer de aanvaller ofwel de waarde, ofwel de kaartkleur goed gegokt heeft, mag hij nog een kaart noemen. Is dat niet het geval, dan is het aan de volgende aanvaller. Zo loop je de cirkel af tot iedere aanvaller aan de beurt is geweest.
Als alle aanvallers aan de beurt zijn geweest, dan is het aan de verdediger om kaarten te noemen. Het spel verloopt op dezelfde manier, maar met het verschil dat alle aanvallers moeten drinken als de verdediger de kaartkleur en/of de waarde goed heeft gegokt.
Als de verdediger verkeerd heeft gegokt op beide, dan is de ronde voorbij en is het aan de volgende speler om verdediger te zijn.
Naast de basisregels van het drankspelletje poefen zijn er nog een aantal exra regels. Deze hebben o.a. betrekking op de Jokerkaart en de Poef.
Als de aanvaller een kaart noemt, en de verdediger draait een joker als bovenste kaart, dan moet de aanvaller vijf slokken drinken.